ongebalanceerd
- on·ge·ba·lan·ceerd
- Afgeleid van gebalanceerd met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongebalanceerd | ongebalanceerder | ongebalanceerdst |
verbogen | ongebalanceerde | ongebalanceerdere | ongebalanceerdste |
partitief | ongebalanceerds | ongebalanceerders | - |
ongebalanceerd
- (audio(visuele)-term) om aan te geven dat de minpool van het signaal gebruikt wordt als mantel van de kabel
1.
- Het woord ongebalanceerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.