onderwijsachterstand

  • on·der·wijs·ach·ter·stand
enkelvoud meervoud
naamwoord onderwijsachterstand onderwijsachterstanden
verkleinwoord

de onderwijsachterstandm

  1. minder goede opleiding hebben dan anderen
    • De woordvoerster benadrukt dat minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs recentelijk heeft toegezegd meer onderzoek te laten doen naar de onderwijsachterstand van jongens. [1] 
    • Maar het SCP constateert ook positieve ontwikkelingen. Allochtone jongeren hebben nog steeds een onderwijsachterstand, maar lopen die wel in. De instroom in het hoger onderwijs onder Marokkanen en Turken van de tweede generatie steeg van 20 procent in 1995 tot 40 procent in 2010. [2] 
    • De SP denkt aan een gelijksoortige regeling voor gezinnen met schoolgaande kinderen die huiswerkbegeleiding nodig hebben. „Voor gezinnen met lage inkomens vaak niet te betalen, waardoor deze kinderen een onderwijsachterstand oplopen”, zegt fractievoorzitter Herman Kalter. „Hiervoor kan op basis van een gelijke gedachte als de wasservice voor minima een regeling bedacht worden.” [3]