ondernemerszin
- on·der·ne·mers·zin
- samenstelling van ondernemer en zin met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondernemerszin | |
verkleinwoord |
de ondernemerszin m
- begeerte en lust die mensen hebben om een zaak aan te pakken
- Zonder het doorzettingsvermogen, het harde werken en de ondernemerszin van de Nederlandse bevolking was het resultaat minder positief geweest. [1]
- Het woord ondernemerszin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Troonrede 2016