ondernemersfamilie
- on·der·ne·mers·fa·mi·lie
- samenstelling van ondernemer en familie met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ondernemersfamilie | ondernemersfamilies |
verkleinwoord | ondernemersfamilietje | ondernemersfamilietjes |
de ondernemersfamilie v
- (economie) een groep bloedverwanten waarvan velen de eigenaar van een bedrijf zijn
- De families Stork en van Heek zijn bekende ondernemersfamilies in Twente.
- Het woord ondernemersfamilie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.