ondernemersfamilie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·ne·mers·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondernemersfamilie ondernemersfamilies
verkleinwoord ondernemersfamilietje ondernemersfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de ondernemersfamiliev

  1. (economie) een groep bloedverwanten waarvan velen de eigenaar van een bedrijf zijn
    • De families Stork en van Heek zijn bekende ondernemersfamilies in Twente. 

Gangbaarheid