onderhuren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onderhuren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔndərˌhyrə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- on·der·hu·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder en huren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onderhuren |
huurde onder |
ondergehuurd |
zwak -d | volledig | 1 |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onderhuren |
onderhuurde |
onderhuurd |
zwak -d | volledig | 2 |
Werkwoord
onderhuren [1]
- overgankelijk huren van de huurder
- overgankelijk stiekem verhuren aan een ander
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Zelfstandig naamwoord
de onderhuren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord onderhuur
Gangbaarheid
- Het woord onderhuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.