onderhoudsafdeling
- on·der·houds·af·de·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onderhoudsafdeling | onderhoudsafdelingen |
verkleinwoord |
de onderhoudsafdeling v
- deel van een onderneming dat als taak heeft apparatuur in een goede conditie te houden
- ▸ je liep door de donkere gangen tot er voldoende tijd verstreken was dat je met goed fatsoen voor de derde keer kon bellen, met een iets scherpere stem dit keer, maar met dezelfde welwillendheid van de onderhoudsafdeling die ons verzekerde dat eraan gewerkt werd en dat er op dit moment heel veel dingen gerepareerd moesten en zouden worden[1]
- ▸ Het zou vooral gaan om treinen uit de jaren 90, zegt FNV Spoor. De verf is alleen gevaarlijk tijdens het verwerken, zoals bij het schilderen of schuren van de treinen. Nedtrain, de onderhoudsafdeling van de NS, heeft inmiddels maatregelen getroffen, waaronder het vervangen mondkapjes door beschermende kleding.[2]
1. deel van een onderneming dat als taak heeft apparatuur te repareren of te vervangen
- Het woord onderhoudsafdeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron Maarten van Ast“Gevaarlijke chroom-6-verf gebruikt bij treinen NS” (02-09-2015), Tubantia