• on·der·dom·pe·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord onderdompeling onderdompelingen
verkleinwoord

de onderdompelingv

  1. helemaal in een vloeistof geduwd zijn
     Zijn onderdompeling in het frituurvet had totale blindheid als doel.[2]
     Naar schatting 30 miljoen hindoes kwamen zondag samen op de plek waar de Yamunarivier zich bij de Ganges voegt. Met een onderdompeling op die heilige plek geloven hindoes dat hun zonden worden weggewassen.[3]
  2. (figuurlijk) helemaal door iets omgeven zijn
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Doden bij hindoe-festival in India” (1-02-2013), NOS