oncomfortabel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·com·for·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van comfortabel met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oncomfortabel | oncomfortabeler | oncomfortabelst |
verbogen | oncomfortabele | oncomfortabelere | oncomfortabelste |
partitief | oncomfortabels | oncomfortabelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oncomfortabel
- niet prettig, niet comfortabel
- En romantische interactie met Joodse medestudenten? Nee, dat sluiten ze uit. Bana kan zich „niet voorstellen” dat ze met een Jood zou gaan. Haar ouders zien haar aankomen, zegt ze. Raza (21) vult aan: „Als je dan kinderen met hem krijgt, moeten die dienen in het Israëlische leger. Dat is voor ons niet aanvaardbaar.” Gemengde huwelijken zijn overigens uiterst zeldzaam in Israël; in een recente opiniepeiling zei 97 procent van de Joden zich „oncomfortabel” te voelen als hun kind met een moslim zou trouwen. [1]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oncomfortabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oncomfortabel" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Derk Walters 6 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be