omhulling
- om·hul·ling
- Naamwoord van handeling van omhullen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omhulling | omhullingen |
verkleinwoord |
de omhulling v
- iets wat een ander voorwerp helemaal omgeeft om het te beschermen en af te schermen van de omgeving
- De pvc-omhulling van de kabels smelten zij eraf in grote vuren van isolatiemateriaal uit koelkasten. Hierbij ademen zij de giftige rookwolken met dioxine in. Als het vuur dooft, schrapen zij met hun vingers de metalen delen uit de as, aldus Greenpeace. [2]
- Voor Van der Pol is dat geen probleem. "Juist die praktische zaken vormgeven, maakt het leven mooi. Eigenlijk is architectuur een omhulling van een activiteit, zoals wonen of werken. Als je dat mooi doet, kan het veel verschil maken." [3]
- Het woord omhulling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omhulling" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 5 AUGUSTUS 2008 Philips vervuilt milieu Ghana
- ↑ Het Parool BIEN BORREN 24 MAART 2017 Amsterdamse architect Binnenhof: 'Dit is een prachtige opdracht'
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be