omgespen
- om·ges·pen
- samenstelling van om bw en gespen ww
omgespen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omgespen |
gespte om |
omgegespt |
zwak -t | volledig |
- iets om het lichaam of een lichaamsdeel spannen en men een gesp vastmaken
- Kleine kinderen een bomgordel omgespen en ze dwingen Amerikaanse soldaten tegemoet te lopen. Zo voeren de Talibaan strijd in Afghanistan. [2]
- Als ik mijn rugzak weer omgesp, denk ik stemmen te horen. De wind die over de graat giert? Ik roep: “Hallo, hallo!” en zie dadelijk twee hoofden recht boven me. Ze gebaren en verdwijnen weer. [3]
- Keer op keer houd ik in de donsoverall mijn vingers onder mijn oksels. Zo klim ik een zestal touwlengtes en ik ben opgelucht als ik het touw boven de rotsband weer kan opbergen en de rugzak kan omgespen. [4]
- Het woord omgespen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omgespen" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Hanneke Chin-A-Fo 17 juli 2007 Rafiqullah had een bomgordel
- ↑ NRC Bart Vos 18 november 1995 Een hardnekkige achtervolging op weg naar de top; Andermans voetstappen
- ↑ NRC Bart Vos 16 november 1996 Bart Vos trekt een strakke streep naar de top van de Nepalese 'stormberg'; Koude roes op de Dhaulagiri
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be