olijfboszangervink

Nederlands

olijfboszangervink (Certhidea olivacea)

Uitspraak

• Geluid:  olijfboszangervink    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• olijf·bos·zan·ger·vink

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  olijf zn  en  boszangervink zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	olijfboszangervink	olijfboszangervinken
verkleinwoord	olijfboszangervinkje	olijfboszangervinkjes

Zelfstandig naamwoord

de olijfboszangervink v / m

1. (zangvogels) Certhidea olivacea  een van de zogenaamde darwinvinken, zangvogels uit de grote Amerikaanse familie Thraupidae  (tangaren). Deze darwinvinken komen als endemische soorten alleen voor op de Galapagoseilanden, op de eilanden Isabela , Santiago, rabida , pinzon , fernandina en Santa Cruz

Hyperoniemen

• tangaren, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'olijfboszangervink' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.