oergezellig
- Geluid: oergezellig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈurɣəˌzɛləx / (4 lettergrepen)
- oer·ge·zel·lig
- intensiverende afleiding van gezellig bn met het voorvoegsel oer- [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | oergezellig |
verbogen | oergezellige |
partitief | oergezelligs |
oergezellig
- sociaal uiterst plezierig, heel erg knus
- ▸ We konden het als meisjes onder elkaar zo goed vinden, het was oergezellig. Je praatte de hele tijd met elkaar, we maakten grapjes, zongen liedjes.[2]
- Het woord oergezellig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Anna Breuk-Kirsten geciteerd door Wim Wennekes“Werken bij Verkade; Het was oergezellig” (19 februari 1997) op nrc.nl