odeur
- odeur
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geur’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | odeur | odeurs |
verkleinwoord | odeurtje | odeurtjes |
- geur
- parfum, geurtje
- In de jaren 90 was er al een kentering in de parfumwereld, toen er met CK One een uniseks parfum op de markt kwam en met Odeur 53, ook van Comme des Garçons, een parfum met een benzineluchtje aan. Dat soort spielerei is nu de gewoonste zaak van de wereld, reden waarom de grote merken nog een stapje verder gaan. Ze doen alles om aan de grillen van de millennials tegemoet te komen. Geen van die parfums zijn genderspecifiek, ze dienen vooral om de aandacht te trekken - of om mensen hun neus te doen optrekken. Ze zijn met andere woorden even individualistisch als hun doelpubliek. De nieuwe generatie parfumkopers wil zichzelf op alle mogelijke manieren een eigen identiteit aanmeten, en een eigen geur hoort daarbij. Dat is veel belangrijker dan fris ruiken, of ruiken alsof je gisteravond van de grond bent gegaan. [4]
- [2] eau de cologne, geurwater
- odeur locale
de sfeer die typisch is voor een bepaalde plaats
- Het woord odeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "odeur" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "odeur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ odeur op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard WOENSDAG 2 AUGUSTUS 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
odeur v