• ob·ses·sief
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen obsessief obsessiever obsessiefst
verbogen obsessieve obsessievere obsessiefste
partitief obsessiefs obsessievers -

obsessief

  1. zeer geconcentreerd, dwangmatig, perfectionistisch
    • Spottend neemt het gezelschap plenair de gezondheidsgekte van Californië door - altijd weer slaaa!, de voor David te luide kutmuziek die uit de boxen komt, de geldgeilheid in de commerciële kunstwereld, om toch weer euforisch te landen bij de obsessieve aandrang van die westkust-piepeltjes om een coach in te huren om gezond te leven. [1] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]