Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • obees
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels  obese bn , in de betekenis "overgewicht hebbend" aangetroffen vanaf 1993 (zie vindplaats hieronder)
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen obees obeser obeest
verbogen obese obesere obeeste
partitief obees obesers -

Bijvoeglijk naamwoord

obees

  1. (medisch) overgewicht hebbend
     De Amerikaanse kinder-endocrinoloog Robert Lustig, moedeloos van een praktijk vol obese kinderen, gaat verder en noemt suiker vergif.[1]
     "Wij verwachten mensen tot 300 kilo. Iemand die zich vijf kilo te zwaar vindt en wil afvallen, hoort niet bij ons thuis. Wij zijn er voor mensen die een Quetelet Index hebben van 30 of hoger en lijden aan ernstig overgewicht ofwel vetzucht", verklaart Jolien Pon, één van de initiatiefnemers tot de oprichting van de kliniek. Ze is zelf obees en voorzitter van de Nederlandse Obesitas Vereniging.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Martine KamsmaGeertje Tuenter
    “We eten te veel suiker, en dat is niet alleen maar onze eigen schuld” (1 maart 2018) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Hanneke Peters
    Quetelet index : Obesitas Kliniek helpt dikke medemens een stap verder : Afvallen en op gewicht blijven (25 september 1993) in: De Telegraaf  , jrg. 101 nr. 32861, p. 67 (TA 3) kol. 3