nubuck
- nu·buck
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nubuck | |
verkleinwoord |
het nubuck o
- zacht rundleer dat lijkt op suède maar wat steviger is
- ▸ Materialen als tuigleer en nubuck worden verwerkt in hoeden en zitmeubels, zachte wollen capes en plaids met folkorepatronen en handgemaakte houten schalen.[1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | nubuck |
verbogen |
- gemaakt nubuck
- ▸ Nubuck of suède schoenen met vlekken reddeloos verloren? Niet noodzakelijk. Houd de schoen boven de stoom van de waterkoker; dan gaan de haartjes van het suède openstaan en kun je de vlek met een speciale suèdeborstel of zachte tandenborstel voorzichtig wegpoetsen.[2]
- Het woord nubuck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nubuck" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Stoere folklore prints” (05 dec. 2016), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Schoenen schoonmaken: zo doe je dat” (14 sep. 2013), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be