noordrand
- noord·rand
- samenstelling van noord en rand
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noordrand | noordranden |
verkleinwoord | noordrandje | noordrandjes |
de noordrand m
- de rand die in het noorden gelegen is.
- Aan de noordrand van de stad werd er een nieuw bos aangelegd.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord noordrand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.