noon
- erfwoord via Middelengels noen / none / non van Angelsaksisch nōn, dat teruggaat op Latijn nona hora "negende uur"; cognaat met noen
enkelvoud | meervoud |
---|---|
noon | noons |
noon
- 12 uur in de middag, noen
- tijd van de dag waarop zon het hoogst staat
- (figuurlijk) hoogtepunt
- [1] midnight