noodbrug in Antwerpen
  • nood·brug
enkelvoud meervoud
naamwoord noodbrug noodbruggen
verkleinwoord noodbrugje noodbrugjes

de noodbrugv / m

  1. brug die gebouwd wordt om de eerste nood te lenigen of die slechts tijdelijk een bepaald nut heeft
    • Vanwege de vernieuwing van de Brandweerbrug in Zuid is er een noodbrug voor voetgangers tussen de Jacob van Campenstraat en Honthorststraat. Het verkeer wordt tot komend voorjaar omgeleid.[2] 
    • De brug van het schip is verwoest. De circa 180 passagiers en overige bemanningsleden moesten van de boot gehaald worden. De evacuatie kon uiteindelijk pas rond 06.00 uur 's morgens beginnen, nadat een noodbrug naar het vaartuig was aangelegd.[3]