Een nonnevot
  • non·ne·vot
enkelvoud meervoud
naamwoord nonnevot nonnevotten
verkleinwoord

het nonnevoto

  1. (voeding), (feest) Limburgs gebakje in de vorm van een lus met losse knoop dat traditioneel rond de carnavalsdagen wordt gegeten, vooral populair in en rond Sittard  
     Ze bakten in olie en om hun kleding te beschermen droegen ze een schort dat aan de achterkant mooi gestrikt werd. De ronding van hun derrière en de strik kwamen enigszins overeen met de vorm van het gebakje dat in de volksmond ‘nonnevot’ werd genoemd.[1]
  1.   Weblink bron “Vastelaovend delicatesse gespot: de Nonnevot!” (30 januari 2022)