nonnevot
- non·ne·vot
- samenstelling van non en vot met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nonnevot | nonnevotten |
verkleinwoord |
het nonnevot o
- (voeding), (feest) Limburgs gebakje in de vorm van een lus met losse knoop dat traditioneel rond de carnavalsdagen wordt gegeten, vooral populair in en rond Sittard
- ▸ Ze bakten in olie en om hun kleding te beschermen droegen ze een schort dat aan de achterkant mooi gestrikt werd. De ronding van hun derrière en de strik kwamen enigszins overeen met de vorm van het gebakje dat in de volksmond ‘nonnevot’ werd genoemd.[1]
- Het woord 'nonnevot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord 'nonnevot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Vastelaovend delicatesse gespot: de Nonnevot!” (30 januari 2022)