Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·mo·foob
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van No-mobile phone met het achtervoegsel -foob
enkelvoud meervoud
naamwoord nomofoob nomofoben
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nomofoobm

  1. iemand die bang is niet bereikbaar te zijn via zijn of haar mobielie telefoon
     Of de hotelgasten die hun gsm niet achterwege kunnen laten, gestraft worden, valt te betwijfelen. Maar voor de nomofoob voorziet het Ayana Resort op Bali alvast nog een bijzondere cocktail: de Digital detox bevat wodka, yuzu, honing en vers tomatensap.[1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen nomofoob nomofober nomofoobst
verbogen nomofobe nomofobere nomofoobste
partitief nomofoobs nomofobers -

Bijvoeglijk naamwoord

nomofoob

  1. betrekking hebbend op de angst om niet via de mobiele telefoon bereikbaar te zijn

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Verplichte digitale detox in dit vakantieresort op Bali” (23/11/2018), De Standaard