• IPA: /nok.ˈkjɛː.re/
  • noc·chie·re
enkelvoud meervoud
nocchiere nocchieri

nocchiere m

  1. (dichterlijk), (scheepvaart) stuurman
    «né mai saggio nocchier guardò da scoglio[1]
    nave di merci precïose carcha,»
    noch keek een wijze stuurman ooit vanop een klip naar
    een schip, beladen met waardevolle goederen,
  2. (figuurlijk) leider, aanvoerder
  3. (scheepvaart), (militair) stuurman in het Italiaanse leger
  1. Francesco Petrarca, Canzoniere, CCXXXV.