nocchiere
- IPA: /nok.ˈkjɛː.re/
- noc·chie·re
- Van het Latijnse nauclērus, een ontlening aan het Oudgriekse ναύκληρος (náuklēros; "kapitein, scheepseigenaar"). Dit laatste woord is een samenstelling van ναῦς (naûs; "schip") en κλῆρος (klēros; "loting").
enkelvoud | meervoud |
---|---|
nocchiere | nocchieri |
nocchiere m
- (dichterlijk), (scheepvaart) stuurman
- «né mai saggio nocchier guardò da scoglio[1]
nave di merci precïose carcha,»- noch keek een wijze stuurman ooit vanop een klip naar
een schip, beladen met waardevolle goederen,
- noch keek een wijze stuurman ooit vanop een klip naar
- «né mai saggio nocchier guardò da scoglio[1]
- (figuurlijk) leider, aanvoerder
- (scheepvaart), (militair) stuurman in het Italiaanse leger
- [1] nostromo, timoniere, traghettatore
- ↑ Francesco Petrarca, Canzoniere, CCXXXV.