nitreren
- ni·tre·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nitreren |
nitreerde |
genitreerd |
zwak -d | volledig |
nitreren
- overgankelijk (scheikunde) een materiaal behandelen met geconcentreerd salpeterzuur
- Nitreren is het staal oppervlak slijtvast maken door stikstof-diffusie. Nitrocarboneren is het proces waarbij er naast stikstof tevens koolstof in het staaloppervlak diffundeert.[2]
- overgankelijk (scheikunde) een organische verbinding een reactie doen ondergaan waarbij -NO2 groepen aan een molecuul toegevoegd worden
- Er is gewoonlijk een verhit mengsel van geconcentreerd salpeter- en zwavelzuur nodig om iets te nitreren .
- Het woord nitreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nitreren" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ wetenschap.infonu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be