• nieuw·jaars·mor·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwjaarsmorgen nieuwjaarsmorgens
verkleinwoord

de nieuwjaarsmorgenm

  1. (jaarwisseling) de ochtend van de eerste dag van het nieuwe jaar
    • Op nieuwjaarsmorgen was de hele familie aanwezig met het nieuwjaarsontbijt.