nieuwjaarsochtend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nieuw·jaars·och·tend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwjaarsochtend nieuwjaarsochtenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nieuwjaarsochtendm

  1. (jaarwisseling) de ochtend van de eerste dag van het nieuwe jaar
    • Op nieuwjaarsochtend was de hele familie aanwezig met het nieuwjaarsontbijt. 
Synoniemen
Verwante begrippen