nieuwjaarsochtend
- nieuw·jaars·och·tend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nieuwjaarsochtend | nieuwjaarsochtenden |
verkleinwoord |
de nieuwjaarsochtend m
- (jaarwisseling) de ochtend van de eerste dag van het nieuwe jaar
- Op nieuwjaarsochtend was de hele familie aanwezig met het nieuwjaarsontbijt.