niet-inkomensafhankelijk

  • niet-in·ko·mens·af·han·ke·lijk
stellend
onverbogen niet-inkomensafhankelijk
verbogen niet-inkomensafhankelijke
partitief niet-inkomensafhankelijks

niet-inkomensafhankelijk

  1. waarvan de hoogte niet wordt beïnvloed door de opbrengsten die iemand uit bezit en werk heeft