niemendal
- nie·men·dal
- In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1612 [1]
- samenstelling van niemend en al [2]
niemendal
- helemaal niets
- Ik heb niemendal!
- Het woord niemendal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "niemendal" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "niemendal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ niemendal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be