Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neus·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neusgang neusgangen
verkleinwoord neusgangetje neusgangetjes

Zelfstandig naamwoord

de neusgangm

  1. (anatomie) een van beide kanalen die de buitenlucht door de neus naar de luchtpijp geleiden
    • De neusgangen dienen voor het bevochtigen, verwarmen en zuiveren van de ingeademde lucht. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid