neurologie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  neurologie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• neu·ro·lo·gie

Woordherkomst en -opbouw

• met het voorvoegsel neuro- en met het achtervoegsel -logie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	neurologie	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de neurologie v

1. (wetenschap) een discipline binnen de biologie en geneeskunde die zich bezighoudt met alles wat aandoeningen van het centrale zenuwstelsel betreft

   • De afdeling neurologie bevindt zich op de eerste verdieping. 

Afgeleide begrippen

• neurologisch, neuroloog

Hyponiemen

• gedragsneurologie

Verwante begrippen

• neurobiologie, neurochemie, neurogenese, neuron, neuropsychologie, embryogenese, organogenese, zenuwcel

Vertalingen

    1. een discipline binnen de biologie en geneeskunde die zich bezighoudt met alles wat aandoeningen van het centrale zenuwstelsel betreft   

Duits: Neurologie (de), Nervenkunde (de) v Esperanto: neŭrologio (eo) Fins: neurologia (fi), hermotautioppi (fi) Kroatisch: neurologija (hr) v

Pools: neurologia (pl) v Spaans: neurología (es) v Tsjechisch: neurologie (cs) v Turks: nöroloji (tr), asabiye (tr)

Gangbaarheid

• Het woord neurologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neurologie" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.