1. Een neptunusvork als onderdeel van een standbeeld.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nep·tu·nus·vork
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neptunusvork neptunusvorken
verkleinwoord neptunusvorkje neptunusvorkjes

Zelfstandig naamwoord

de neptunusvorkv / m

  1. voorwerp dat bestaat uit een steel die zich splitst in drie spitse armen, alle in het hetzelfde vlak
    Oorspronkelijk (gereedschap) uit de (visserij), maar ook gebruikt als wapen.
     Mijn Flames-kandelaar heeft grafische kwaliteit: een neptunusvork op een gasfles, zo eenvoudig is ’ie.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Arjen Ribbens
    “‘Ik hou van uitvinden’” (13 juni 2015) op nrc.nl