gereconstrueerd neolithisch huis
  • neo·li·thisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen neolithisch neolithischer
verbogen neolithische neolithischere
partitief neolithisch neolithischers -

neolithisch [1]

  1. betrekking hebbend op de nieuwe steentijd
    • Een team van Franse en Egyptische archeologen heeft het oudste dorp dat tot nu toe in de Egyptische Nijldelta is gevonden, opgegraven. De opgravingen werden gedaan bij Tell El-Samara en komen uit de neolithische periode. De archeologen hebben voorwerpen gevonden die tussen 4200 en 2900 voor Christus zijn gemaakt. [2] 
    • ,,De neolithische revolutie die ons landbouw en aardewerk heeft gebracht, is daar begonnen. Het bewerken van koper en andere ertsen, vindt daar zijn oorsprong. Pas tweeduizend jaar later maakten onze voorouders in wat nu Nederland is daarmee kennis. Natuurlijk is er in de tentoonstelling veel goud te zien, maar ook aardewerk en sieraden van een oogverblindende schoonheid”, schrijft Tupan. [3] 
    • Archeologen hebben een grote neolithische nederzetting opgegraven in de buurt van het Britse monument Stonehenge. Het dorp bestaat uit zeker honderd woningen, die waarschijnlijk zijn bewoond door de bouwers van het religieuze complex.De woningen bij Durrington Walls stammen uit 2600 tot 2500 voor Christus, dezelfde periode waarin Stonehenge is opgetrokken. [4] 


76 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]