neoklassiek
  • neo·klas·siek
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen neoklassiek neoklassieker neoklassiekst
verbogen neoklassieke neoklassiekere neoklassiekste
partitief neoklassieks neoklassiekers -

neoklassiek

  1. op een nieuwe manier die gebaseerd is op oudere stijlen
     Vanaf het jaar daarop voerde hij in vooral neoklassieke stijl bouwopdrachten uit voor de partij.[2]
     Hij nam het mee naar zijn streng neoklassieke huis in Cumbria, waar het een plek kreeg in de hal.[3]
     In een mooi neoklassiek gebouw, het centrum van netwerk Melissa in Athene, zijn de cursussen en andere programma's voor vluchtelingenvrouwen na de zomer weer begonnen. In bijna alle ruimtes zijn activiteiten gaande.[4]



  1. neoklassiek op website: Etymologiebank.nl
  2. Hans Schippers
    “Technici en de totalitaire verleiding” (2023), Walburgpers, ISBN 9789462499584
  3. Laura Cumming
    “Donderslag” (2023), Atlas Contact  , ISBN 9789045045368
  4.   Weblink bron “Inburgering Griekse vluchtelingen: geen beleid dus doen ze het zelf” (Dinsdag 19 september 2017, 13:57), NOS