negenhonderdenvijfentachtig

Nederlands

0	9	8	5

negenhonderdenvijfentachtig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  negenhonderdenvijfentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈvɛifənˌtɑxtəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• ne·gen·hon·derd·en·vijf·en·tach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  negenhonderd ht,   en vw  en  vijfentachtig ht 

Hoofdtelwoord

negenhonderdenvijfentachtig

1. "985", langere vorm van negenhonderdvijfentachtig, negenhonderd plus vijfentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft negenhonderdenvijfentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdenvijfentachtig. 

Synoniemen

• negenhonderdvijfentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdenvijfentachtig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• negenhonderdenvijfentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdenvijfentachtig" ht als linkerdeel

• negenhonderdenvijfentachtigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'negenhonderdenvijfentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.