negenhonderdentweeënzestig

Nederlands

0	9	6	2

negenhonderdentweeënzestig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  negenhonderdentweeënzestig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈtwejənˌsɛstəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• ne·gen·hon·derd·en·tweeën·zes·tig, ne·gen·hon·derd·en·twee·en·zes·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  negenhonderd ht,   en vw  en  tweeënzestig ht 

Hoofdtelwoord

negenhonderdentweeënzestig

1. "962", langere vorm van negenhonderdtweeënzestig, negenhonderd plus tweeënzestig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft negenhonderdentweeënzestig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdentweeënzestig. 

Synoniemen

• negenhonderdtweeënzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdentweeënzestig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• negenhonderdentweeënzestigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdentweeënzestig" ht als linkerdeel

• negenhonderdentweeënzestigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'negenhonderdentweeënzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.