neertje
- (IPA in voorbereiding)
- neer·tje
het neertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord neer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | neertje | neertjes |
het neertje o dim. tant.
- (straalvinnigen) Haemulon sciurus een straalvinnige vis uit de familie van Haemulidae , orde baarsachtigen (Perciformes ), die voorkomt in het westen van de centrale Atlantische Oceaan
- grombaarzen, baarsvissen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord neertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.