neerslachtigheid
- neer·slach·tig·heid
- afleiding van neerslachtig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neerslachtigheid | neerslachtigheden |
verkleinwoord |
de neerslachtigheid v
- (psychologie) droeve, depressieve stemming
- ▸ Bloeddruk, temperatuur en spierspanning worden hoger en de gebruiker kan gaan zweten en tandenknarsen en ook een droge mond en grote pupillen krijgen. Gebruikers kunnen verder onder meer verschijnselen als hoofdpijn, verwarring, misselijkheid, angst, neerslachtigheid, hartkloppingen, uitputting, uitdroging, oververhitting en spierspasmes ervaren. Ook een epileptische aanval, delier of drugspsychose is niet uitgesloten.[2]
- ▸ Hij zat voorovergebogen, ellebogen op zijn knieën, zijn handen tegen de zijkant van zijn hoofd gedrukt het toonbeeld van neerslachtigheid.[3]
1. droeve, depressieve stemming
- Het woord neerslachtigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Meer vergiftigingen door royaal gebruik lachgas en 3-MMC” (22-07-2020), Reformatorisch Dagblad
- ↑ “Vaderland” (2012), Cargo, ISBN 9789023472483