neef-nichthuwelijk
- neef-nicht·hu·we·lijk
- (samenkoppeling) van neef, nicht samengesteld met huwelijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neef-nichthuwelijk | neef-nichthuwelijken |
verkleinwoord |
het neef-nichthuwelijk o
- een huwelijk tussen een neef en nicht, een huwelijk waarbij er een familieband in de vierde graad is
- Toen er vorig jaar nog een kabinet met de PvdA was, schreef minister Eberhard van der Laan een brief over migratie aan de Kamer. Daarin stonden plannen die de regering-Rutte nu herneemt: verhoging van de toegestane huwelijksleeftijd van 15 naar 18 jaar, verbod op neef-nichthuwelijken en een verbod op polygamie.[1]
- ’Concentreert de babysterfte zich niet bij allochtonen? ‘Nee, het is niet uitsluitend een allochtonenprobleem. Babysterfte is groter bij vrouwen in een slechte sociaal-economische situatie.‘Vaak wordt gedacht dat neef-nichthuwelijken onder allochtonen de oorzaak zijn van problemen, maar de invloed daarvan blijkt verwaarloosbaar. ‘Wat wel speelt, is dat allochtonen weinig kennis hebben over zwangerschap. Turkse vrouwen roken zich soms suf, en schrikken zich rot als ze horen dat het slecht is voor hun kind.[2]
- Neef-nichthuwelijken zijn in veel landen nog gewoon en huwelijken tussen minder verwant familieleden kwamen vroeger veel voor in geïsoleerde gebieden, zoals vissersdorpen langs de Nederlandse kust. De oorspronkelijke Afrikaanse bevolking heeft juist een lage homozygositeit.[3]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord neef-nichthuwelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.