nachtprogramma
- Geluid: nachtprogramma (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnɑxtproˌɣrɑma / (4 lettergrepen)
- nacht·pro·gram·ma
- samenstelling van nacht zn en programma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtprogramma | nachtprogramma's |
verkleinwoord | - | - |
het nachtprogramma o
- (media) een of meer uitzendingen op radio of televisie in de tijd dat de meeste mensen slapen, ruwweg tussen 22:00 en 05:00 uur
- ▸ Anderhalf uur na het Portugese voetballesje van afgelopen woensdag was hij gast in een nachtprogramma op de radio.[1]
- (cultuur) een of meer voorstellingen tijdens een evenement die ruwweg na 22:00 beginnen
- ▸ Het gedurfde en progressieve nachtprogramma wordt steeds belangrijker voor Lowlands.[2]
- Het woord nachtprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Youp van ’t Hek“Broekje” (3 juli 2004) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Rolinde Hoorntje“Gedurfd en progressief nachtprogramma bij Lowlands (fotobijschrift)” (19 augustus 2018) op nrc.nl