Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nacht·angst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtangst nachtangsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de nachtangstm

  1. (psychologie) (medisch) een slaapstoornis (pavor nocturnus) waarbij de betrokkene ontwaakt uit een diepe slaap gepaard gaande met huilen, gillen, een snelle ademhaling en zweten
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie