naběhnout

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /nabjɛɦnoʊ̯t/

Woordafbreking

• na·běh·nout

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het werkwoord nabíhat met het achtervoegsel -nout

Werkwoord

naběhnout perfectief  

1. (tegen iets op) rennen

   «Naběhl na drát.»

   Hij is tegen een draad gerend.

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		naběhnu	naběhneme
tweede persoon	informeel	naběhneš	naběhnete
	formeel	naběhnete
derde persoon		naběhne	naběhnou

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: naběhnouti perfectief

Synoniemen

• nabíhat imperfectief

Afgeleide begrippen

• naběhlý
• naběhnutí o

Verwante begrippen

• běh monbezield
• běhat / běžet imperfectief
• náběh monbezield

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)