muurkalk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- muur·kalk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van muur zn en kalk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muurkalk | - |
verkleinwoord | muurkalkje | muurkalkjes |
Zelfstandig naamwoord
de muurkalk m
- (bouwkunde) kalkmengsel om de muren te bepleisteren
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'muurkalk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.