musichall

Nederlands

musichall

Uitspraak

• Geluid:  musichall    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mu·sic·hall

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Engels

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	musichall	musichalls
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de musichall m

1. (bouwkunde) (muziek) grote zaal waarin muziekoptredens kunnen plaatsvinden

Synoniemen

• muziektheater, concertzaal

Gangbaarheid

• Het woord musichall staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.