murmelend
- mur·me·lend
vervoeging van: | murmelen |
verbogen vorm: | murmelende |
murmelend
stellend | |
---|---|
onverbogen | murmelend |
verbogen | murmelende |
partitief | murmelends |
murmelend
- wat bozig, onduidelijk, binnensmonds pratend
- 'Een vervelend murmelende PSV-coryfee die elke minuut die niet over zijn club gaat als verspilde tijd ziet.' [1]
- Het diep murmelende, woeste verlangen van Rotterdam-Zuid is het beste wat ons matige voetbal nog te bieden heeft. Het geluid van de Kuip moeten we koesteren. Het is rijp voor opname op de lijst van cultureel erfgoed. [2]
- Het woord murmelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia 24-10-12 Kijkers vinden 'humorloze' Waterreus slechtste analyticus
- ↑ HP de Tijd 05/03 | 2016 Feyenoord in je oren