• mu·ni·tie·fa·briek
enkelvoud meervoud
naamwoord munitiefabriek munitiefabrieken
verkleinwoord munitiefabriekje munitiefabriekjes

de munitiefabriekv

  1. fabriek waar men wapenprojectielen maakt
     In de Tweede Wereldoorlog werd ze als dwangarbeidster in een munitiefabriek tewerkgesteld.[2]
     In het noorden van Syrië is een grote explosie geweest in een fabriek waar bommen voor het leger van president Assad worden gemaakt. Het gaat om de munitiefabriek in Safira, niet ver van Aleppo. Op sociale media worden foto's en video's gedeeld waarop een vuurzee te zien is.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  3.   Weblink bron “'Munitiefabriek van Assad ontploft'” (17-07-2016), NOS