mozaïekvloer
  • mo·za·iek·vloer
enkelvoud meervoud
naamwoord mozaïekvloer mozaïekvloeren
verkleinwoord

de mozaïekvloerm

  1. vloer die bestaat uit een in een patroon neergelegde steentjes of tegels met verschillende kleuren
     Hall, dat u kent, zijn alle originele woningen voorzien van een grote hal van meer dan twintig vierkante meter met een mozaïekvloer.[2]
     De zeventig kamers van het gebouw werden een voor een onder handen genomen, waardoor toeristen het complex tijdens de werkzaamheden nog wel gedeeltelijk konden bezoeken. Wel moest de villa drie maanden dicht om de mozaïekvloer te restaureren.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Topattractie Pompeï weer open na restauratie” (20-03-2015), NOS