morel
- mo·rel
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘kers’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1]
- uit het Italiaans: amarella [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | morel | morellen |
verkleinwoord | morelletje | morelletjes |
- (voeding) (fruit) grote, zure, rode kers
- Van de Montmorency-kers om precies te zijn. Bij ons bekend als de kriek, morel of zure kers. Die zit namelijk boordevol melatonine. Een soort superfoodequivalent van het glas warme melk met honing. Maar werkt het ook? [4]
- (plantkunde) de boom waaraan de morel groeit
- Het woord morel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "morel" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "morel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ morel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Volkskrant Ianthe Sahadat 5 februari 2017,
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be