Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mond·hy·gië·ne, mond·hy·gi·ene
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mondhygiëne -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de mondhygiënev / m

  1. (medisch) hygiëne en verzorging van de mond
    • Voor een optimale mondhygiëne moet ook de bovenkant van de tong gereinigd worden.[1] 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen