molenhoek
Niet te verwarren met: Molenhoek |
- mo·len·hoek
- samenstelling van molen zn en hoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | molenhoek | molenhoeken |
verkleinwoord | molenhoekje | molenhoekjes |
de molenhoek m
- (molenaarsambacht) plaats waar twee buitenwanden van een windmolen elkaar raken
- Na het welkoms woord en diverse bedankjes door voorzitter Hennie Driessen van Stichting Thornsche molen werd vrijdagmiddag 15 juli na de kerkelijke inzegening op alle molenhoeken door Pastoor Henk Jansen en Pfarrerin Sabine Jordan-Schöler van de evangelische kerk uit het Duitse Kranenburg met het lichten van de vang de Thornsche molen officieel in gebruik gesteld. [1]
- Zo ook de Molenaar met al zyn molenknaapen,
Waneer 't zoodanig, als gezeit, met hem geschaapen
Staat, en slegs winds genoeg, zo wort de Doot geen plaats
Vergunt, als maar slegts in 't vergeet-boek van die maats;
En dat is juist maar in hun hoogste molenhoeken
Geplaatst; en daar van daan wil 't niemant op gaan zoeken:
Maar daarom zyn zy juist niet, meer als andren, vry;
De doot komt zulken, als ze 'er 't minst op denken, by. [2]
- Het woord molenhoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "molenhoek" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Thornsche Molen officieel in gebruik genomen (31 augustus 2016) op website: molenwereld.com; geraadpleegd 2019-04-03
- ↑ Rusting, S. van"Doodendans, verbeeldende een molenaar." in: Het schouw-toneel des doods, waar op na 't leven vertoont word, de dood op den throon des aard-bodems, heerschende over alle staaten en volkeren, verciert met dartig zinnebeelden 3e druk (1735) Johannes Rotterdam, Amsterdam; p. 271; geraadpleegd 2019-04-03
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be