Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • moe·ras·ko·nijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord moeraskonijn moeraskonijnen
verkleinwoord moeraskonijntje moeraskonijntjes

Zelfstandig naamwoord

het moeraskonijno

  1. (haasachtigen) Poelagus marjorita   haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door St. Leger in 1929.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie