modderschuit
- mod·der·schuit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | modderschuit | modderschuiten |
verkleinwoord | modderschuitje | modderschuitjes |
- (scheepvaart) vaartuig waarin modder wordt vervoerd
- (figuurlijk) samenraapsel van rotzooi
- Tegen Nina Brink, de vrouw die de modderschuit naar de beurs had genavigeerd en die al meer dan €200 miljoen op haar rekening had staan, liep geen procedure. De grote afwezige in de nasleep was de Stichting Toezicht Effectenverkeer, de huidige AFM. Die stond erbij en keek ernaar. [3]
- Als een vlag op een modderschuit staan
ergens helemaal niet bij passen
- Het woord modderschuit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.